Doel 8: Vindt (stabiel) werk (in de zorg) (deel 1)

Op dit moment werk ik als Verzorgende IG op een PG+ opnameafdeling. Dit is echter niet altijd zo geweest. Ondanks dat ik al jaren in de zorg werk, heb ik op verschillende afdelingen ervaring opgedaan en een aantal omzwervingen gemaakt.

Laten we beginnen met een korte geschiedenis. Rond mijn 20ste werkte ik in de detailhandel, bij onder andere V&D en Expo (de cadeauwinkel en inlijster). Helaas bestaan beide winkels inmiddels niet meer. Op een gegeven moment begon ik me af te vragen: wat doe ik hier? Zie ik mezelf hier over 20 jaar nog werken? Haal ik nog voldoening uit dit werk? Het antwoord was duidelijk: nee. Ik moest op zoek naar iets anders, iets waar ik weer toekomst in zag en wat me echt voldoening zou kunnen geven.


Photo by Kristine Wook on Unsplash


Al snel kwam ik in de zorg terecht en begon ik aan een bbl-opleiding tot Verzorgende IG binnen de ouderenzorg. De start was niet makkelijk, omdat ik niet helemaal had begrepen waar ik aan begon. Toch vielen de puzzelstukjes later op hun plek. Ik behaalde mijn diploma en bleef werken als Verzorgende IG, waarbij ik mezelf verder ontwikkelde. Ik werd contactverzorgende en kreeg nieuwe verantwoordelijkheden. Toch kwam er altijd een moment waarop mijn verantwoordelijkheden ophielden en ik een verpleegkundige moest inschakelen. Dit wekte mijn interesse om zelf meer vaardigheden te ontwikkelen en meer verantwoordelijkheden op me te nemen. Daarom besloot ik de sprong te wagen en begon ik aan de mbo bbl-opleiding tot verpleegkundige.

Ik volgde de opleiding in de GGZ, voornamelijk binnen de ouderen-GGZ, waar ik het erg naar mijn zin had. Na mijn diplomering bleef ik nog jarenlang in dit vakgebied werken. Helaas kreeg ik na verloop van tijd te maken met gezondheidsklachten, waardoor ik moest stoppen met werken. Het duurde een tijd voordat ik volledig herstelde, maar uiteindelijk lukte dat. Helaas kon ik door omstandigheden niet terugkeren in dit mooie werkveld, en inmiddels was mijn BIG-registratie als verpleegkundige ook verlopen. Toch besloot ik dat ik mijn weg terug zou vinden, zoeken, of zelfs vechten om weer in de zorg aan de slag te kunnen.

Ik vond een baan als Verzorgende IG binnen een particuliere woonvorm voor ouderen met dementie. Het was een mooie plek om opnieuw te beginnen en weer te integreren. Met slechts 15 bewoners voelde het echter na iets meer dan een jaar als een sleur, als een klein huishouden waar ik voortdurend ondervraagd werd. Ik was immers gewend aan een andere functie en meer dynamische werkvelden. De uitdaging, dynamiek, en leermogelijkheden ontbraken, en daarom besloot ik verder te kijken.

Ik maakte omzwervingen langs diverse woonzorgcentra en verpleegafdelingen, maar vond nergens wat ik zocht. Wel kwam ik keer op keer dezelfde bekende problemen in de zorg tegen: niet-functionele teams, collega's die verwachten dat je al het werk doet, organisaties die niet luisteren, pesterige ervaringen, hoge werkdruk, enzovoort. Op sommige plekken besloot ik daarom niet te blijven. Uiteindelijk was ik mijn eigen omzwervingen beu. Ik wilde niet blijven jobhoppen, maar ook niet werken in zeer disfunctionele teams die mijn welzijn aantasten.

Uiteindelijk besloot ik me te conformeren aan een plek binnen een grote organisatie, op een afdeling met 30 ouderen met dementie. Hoewel ik ook hier issues tegenkwam—die zijn immers overal—besloot ik een jaar te blijven en daarna de balans op te maken of ik op mijn plek was. Deze aanpak leerde me anders te kijken naar en om te gaan met de uitdagingen die zich voordeden, of het nu ging om de sfeer op de afdeling of om weerstand binnen het team.

Het duurde even voordat ik mijn draai vond op de afdeling, maar naarmate dat lukte, werd ik steeds assertiever, zij het altijd op een diplomatieke manier. Ondertussen stond er op de locatie waar ik werkte een nieuwbouwproject gepland. Uiteindelijk werd de nieuwbouw voltooid, en de afdeling verhuisde naar de nieuwe locatie.

De nieuwbouw bestond uit kleinschalige woonvormen, waarbij de afdeling werd opgedeeld in twee woningen. Vanaf dat moment zouden we werken vanuit het concept van kleinschalig wonen, geen grote klinische afdeling meer. Ik ging mee naar de nieuwbouw en heb daar goede herinneringen aan. Het was een mooie, moderne omgeving, met alles nieuw en omringd door veel groen. Ook de werkprocessen bevielen me goed; de werkdruk was prima te behappen.

In die periode werkte ik vooral avond- en nachtdiensten, zonder te beseffen dat dit ten koste ging van mijn sociale leven. Pas later werd ik me daarvan bewust. Misschien was het deels ook een vlucht voor eenzaamheid en andere persoonlijke issues. Hierdoor had ik echter ook niet de kans om echt wakker te worden en hieraan te werken. Maar terug naar het werk: na ongeveer drie jaar begon het kleinschalig wonen me opnieuw te beknellen. Ik voelde me meer een woonbegeleider dan een verpleegkundige en miste opnieuw de dynamiek en uitdaging. Elke dag voelde hetzelfde aan, soms zelfs wat kneuterig. Op dat moment besefte ik: dit is niet meer voor mij. Ik besloot nieuwe uitdagingen te zoeken, maar gezien de lengte van dit verhaal, vertel ik daarover in deel 2 verder.

Een reactie posten